alf
Wandelroute door arrondissement 14 in Parijs
Wandeling Montsouris
Begin: metro Mouton-Duvernet
Eind: metro Cité Universitaire
Duur: 2,5 uur (5 km)
Wandeling Montsouris weergeven op een grotere kaart
Ga uit de metro de avenue Général Leclerc op in noordelijke richting.
De tweede straat rechts is de Villa Adrienne (1780). Hier zie je huizen van baksteen in Engelse stijl, een tuin met bankjes en standbeelden. Het hek is meestal gesloten, maar kun je er wel in, loop dan even rond.
Ga terug naar de avenue Général Leclerc en sla linksaf. Ga op de kruising weer links, de rue Sophie Germain in, die verderop rue Hallé heet.
Ook hier is een afgesloten hof met landelijke huizen en tuinen, de villa Hallé. In de rue Hallé zie je een halfrond pleintje met aan de ene kant de achterkant van de villa Hallé en daar tegenover een mooi klassiek gebouw.
Loop de rue Hallé uit naar de avenue René Coty en sla linksaf.
Tussen hier en de place Denfert-Rochereau staat een soort huisje op een kleine grasheuvel achter de hekken van een school. Het leidt naar een kijkgat (regard) van een ondergronds aquaduct uit de 17e eeuw (het aquaduct van Arcueil) dat hier onder alle huizen van de wijk doorloopt.
Loop terug over de avenue René Coty en sla ter hoogte van de rue Hallé linksaf en daarna weer links, de rue de la Tombe Issoire in.
Op nr. 26-30 vind je de vervallen gebouwen van een boerderij, de Ferme de Montsouris. Het is de laatst overgebleven stadsboerderij, waarvan er in 1895 nog 450 waren. Er zijn plannen de boerderij te slopen en op het terrein huizen te bouwen, maar daar is veel protest tegen. Ook ligt er onder de grond een Romeins aquaduct en het terrein van de boerderij is een historisch monument.
Loop terug naar de avenue René Coty en sla linksaf.
De avenue heeft vooral aan de rechterkant bijzondere huizen. Op nr. 50 staat het Maison-atelier (van architecten Lemordant & Launay, 1929). Het was een atelier en woonhuis voor Lemordant zelf, die blind was geworden in de Eerste Wereldoorlog. Het huis lijkt op een wit schip van beton. De onderste etage vanaf de avenue heeft een bijna blinde muur met kleine raampjes. Als je aan de overkant van de weg gaat staan krijg je er een beter zicht op.
Ga net voorbij de kruising met de rue d’Alésia rechts de trap op naar de rue des Artistes.
Dit is een rustige buurt met woonateliers. Op nr. 1 van de rue de l’Aude (1e rechts) is de ingang naar een voormalig schildersatelier, vanaf hier niet te zien, wel vanaf de avenue René Coty. In de impasse de Gauguet (2e rechts) op nr. 5 en 7 staan twee witgepleisterde artiestenateliers uit 1930. Ze zijn gebouwd door Zielinski in de stijl van Le Corbusier: strakke lijnen, grote ramen en witgepleisterd beton. De huizen staan met hun rug naar de Villa Seurat. De schilders Nicholas de Staël en Salvador Dalí hebben hier gewerkt.
Loop de rue des Artistes uit, sla rechtsaf de rue Saint-Yves in.
In de rue Saint-Yves staan op nr. 13 de Cité du Souvenir, een aantal volkswoningen uit 1934, gebouwd als huisvesting voor arme mensen en als eerbetoon aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Abbé Keller was de bedenker van deze sociale woningbouw. Boven elke woning was de naam van een gestorven soldaat uit de Eerste Wereldoorlog geschreven. Er waren op het complex allerlei voorzieningen, waaronder een bibliotheek en een speeltuin.
Achter de rue Saint-Yves, op het hoogste punt van de linkeroever, ligt het 150 jaar oude Reservoir de Montsouris of Reservoir de la Vanne. Het is nog steeds een van de zeven waterreservoirs in Parijs. Het ligt op 80 m boven zeeniveau, en voorziet de hele Rive Gauche van water. In het aquaduct du Loing zijn de namen van de rivieren Vanne en Loing gegraveerd. Er worden forellen in gekweekt om de kwaliteit van het water op peil te houden. Bovenop de dijk rond het reservoir staan inspectiehuisjes met mooie glazen daken.
Sla rechtsaf de rue de la Tombe Issoire in.
Tussen nr. 101 en 103 ligt de Villa Seurat. Een doodlopende straat met kinderhoofdjes en mooie huizen van rond 1925, waarvan de meeste zijn ontworpen door architect André Lurçat voor zijn kunstenaarsvrienden. Op nr. 4 woonde Lurçat zelf, op nr. 18 woonden o.a. Henry Miller, Anaïs Nin en Lawrence Durrell. Lurçat heeft de huizen eenvoudig ingedeeld en gebruikgemaakt van goedkope bouwsystemen. De meeste huizen zijn aan de buitenkant wit of okerkleurig.
Loop terug naar de rue de la Tombe Isssoire en sla linksaf de rue Saint-Yves in met de bocht mee tot het eind. Ga dan rechtsaf de avenue Reille op. Halverwege de avenue Reille links is de ingang naar de square Montsouris.
Square Montsouris is een dorps straatje met veel huizen in art-nouveaustijl. De meeste hebben dichtbegroeide voortuinen. Aan het begin op de hoek met de avenue Reille staat het atelier van de schilder Ozenfant, het eerste werk van Le Corbusier in Parijs (1922). Het huis heeft twee ingangen, een op de begane grond en een door middel van een spiltrap op de eerste etage. Vooral de tweede verdieping van het huis (het atelier) is kenmerkend voor Le Corbusier. Door gebruik van beton kon hij op de de hoeken grote raampartijen maken. Daar komt het licht zowel door grote ramen als door het plafond naar binnen. De eerste etage (de woonvertrekken) heeft meer horizontale ramen. Verderop in de square Montsouris zijn meer ateliers en paviljoentjes.
Loop de square Montsouris uit, ga rechts de rue Nansouty in.
Hier zijn een paar kleine doodlopende zijstraatjes die uitkomen op de rue Nansouty. In de eerste straat, de rue Georges Braque, staat op nr. 6 het huis waar de schilder Braque heeft gewoond. Op de hoek van deze straat en de rue Nansouty staat Maison Guggenbühl, in 1927 gebouwd door André Lurçat voor de Zwitserse schilder Walter Guggenbühl. De villa kijkt uit op het Parc Montsouris. Beneden waren de werkruimten, op de eerste etage werd gewoond en de bovenste etage was een atelier. Het huis is witgepleisterd en is te herkennen aan de uitstekende luifel. Lurçat maakte hier, in navolging van Le Corbusier, gebruik van dragende pilaren en een dakterras. De gevel aan de kant van de rue Nansouty is in 1997 sterk gewijzigd. In de rue du Parc Montsouris staan meer met klimpanten begroeide huizen.
Ga vanuit de rue Georges Braque het parc Montsouris in.
Het parc Montsouris is gebouwd in de tijd van Hausmann in de 19e eeuw. Het was onderdeel van een plan om in elk van de vier hoeken van Parijs een park aan te leggen waar de bevolking kon flaneren. Het park lijkt veel op het parc des Buttes-Chaumont en is eveneens een Engels landschapspark. Het terrein ligt op de verlaten steengroeve van Montsouris. Het park werd in 1869 geopend. Op de dag van de opening liep het meer leeg; de verantwoordelijke ingenieur kon die schande niet aan en pleegde zelfmoord.
Er staan verspreid in het park verschillende beeldhouwwerken en een groot aantal oude, bijzondere bomen, zoals een gingko, een sequoia en een oosterse plataan. Aan de rand is een meteorologisch observatorium gevestigd en er staat een een 5 m hoge pilaar als richtpunt van de meridiaan van Parijs. Op de hoek van de rue Nansouty en de boulevard Jourdan kun je iets eten of drinken.
Sla aan het eind van de rue Nansouty de boulevard Jourdan over naar de Cité Universitaire.
Dit park van 40 ha met 37 gebouwen huisvest 5500 studenten van 120 nationaliteiten. Geopend van 8.00-21.00 uur voor het publiek. Aan de balie van de Cité Universitaire is een informatiegids te koop. Het Nederlandse studentenhuis Collège Néerlandais (gebouwd door architect Dudok, met binnenvijver, theesalon en concertzaal) is kort geleden gerestaureerd. De architectuur van de meeste huizen is geïnspireerd op de landen van oorsprong. Het Maison Internationale (1936), een luxe huis met zwembad en theater, is gefinancierd door John D. Rockefeller jr. De Fondation Suisse en de Fondation Franco-Brézilienne werden ontworpen door Le Corbusier.
Loop terug naar de boulevard Jourdan en metrostation Cité Universitaire.
Op de boulevard Jourdan rijdt de Tramway T3, ‘le tramway des Maréchaux’. Dit is het eerst aangelegde stuk van het traject van de tram die langs de zuid- en oostrand van Parijs rijdt. Het parcours van de Tramway is nieuw ingericht, inclusief abri’s, grasvelden, bomen en fietspaden. Langs het parcours zijn kunstwerken geplaatst.