Afdrukinformatie
- Printen: Klik op de knop hieronder om de route uit te printen.
- PDF: Om deze route op te slaan als PDF, druk op de knop “Printen” hieronder. Bij het print venster, kies bij Bestemming voor “Opslaan als pdf”. Klik daarna op de knop “Opslaan” om de pagina op te slaan als pdf.
De volledige wandeling is ook hieronder uitgeschreven.
Wandeling rond de Allée des Cygnes
Begin: RER-station Champ de Mars-Tour Eiffel
Eind: RER-station Champ de Mars-Tour Eiffel
Afstand: 3,2 km
Duur: 2 uur
Laatste update: 3 november 2022
Overzicht
Route-informatie
1. Steek als je uit de metro komt de quai Branly over.
Op de hoek van de quai Branly en de rue de la Fédération staat het halfronde gebouw van het Maison de la culture du Japon. Het is gebouwd in 1997 en ontworpen door de architecten Masa Yuki Yamanaka en Armstrong. De gevel is helemaal van glas. Je kunt het gebouw binnenlopen om er meer van te bekijken. Aan de overkant rechts staat de ambassade van Australië, een vrij grof gebouw als je het vergelijkt met het Maison de la culture du Japon.
2. Ga terug naar de quai de Branly en sla linksaf de quai de Grenelle op tot voorbij het viaduct van de Pont de Bir-Hakeim.
Net voorbij de brug staat aan de kant van de Seine het Monument aux morts des martyrs juifs du Vélodrome d’Hiver. Het is een gedenkteken ter herinnering aan het wielerstadion dat hier in de buurt stond en waar in de Tweede Wereldoorlog op 16 juli 1942 duizenden joodse Fransen samengebracht werden na een aantal razzia’s. Van hieruit werden zij naar de concentratiekampen vervoerd.
3. Ga de Pont de Bir-Hakeim op. Ongeveer halverwege is een trap naar beneden naar de Allée des Cygnes.
Dit kunstmatige eiland in de Seine van 850 m lang werd in 1827 aangelegd tussen de Pont de Bir-Hakeim en de Pont de Grenelle om daar handelskaden te bouwen. In 1878 kreeg het eiland een wandelpad van 11 m breed en werden aan beide kanten bomen geplant.
Er lopen drie bruggen overheen, de pont de Grenelle, de pont Rouelle en de pont de Bir-Hakeim. De naam komt van een ander eiland, Ile Maquerelle, dat tussen de Pont d’Iéna en de Pont des Invalides lag en in 1780 met de linkeroever is samengevoegd. Lodewijk XIV kweekte daar zwanen, bestemd voor het Grand Canal van Versailles.
Aan beide kanten van het eiland staat een beeldhouwwerk. Aan de kant van de pont de Bir-Hakeim staat het beeld France renaissante van Holger Wederkinch, in 1930 geschonken door Deense expats in Parijs. Aan de oostkant staat een kleiner exemplaar van het Vrijheidsbeeld van New York van beeldhouwer Bartholdi. Het beeld is 11 m hoog en heet officieel La Liberté Eclairant le Monde. Amerika schonk het aan Frankrijk in 1889, 100 jaar na de Franse Revolutie. Het beeld stond eerst met het gezicht naar het centrum van Parijs gericht, maar in 1937 werd het gedraaid met het gezicht naar het westen (de Amerika-kant).
4. Verlaat de Allée des Cygnes via de Pont de Grenelle en steek de Seine over. Sta halverwege de brug even stil.
Vanaf de Pont de Grenelle heb je links zicht op een van de mooiste bruggen van Parijs, de Pont de Mirabeau. Vlak bij het water zie je vier bronzen allegorische beeldhouwwerken op de pijlers in de vorm van een schip. Ze verbeelden de stad Parijs, welvaart, handel en navigatie.
Kijk je terug naar de oever rechts achter je, dan zie je een wijk die Front de Seine heet. Hier staan veel wolkenkrabbers uit de jaren 70 tot 90, niet allemaal even mooi. Op het terrein stonden fabrieken die in de jaren 50 gesloopt zijn. De wijk werd volgens de ideeën van die tijd ingedeeld in verschillende gescheiden functies: wonen, werken, en verkeer. Op een verhoogd voetgangersplatform staan de torenflats, eronder zijn straten en parkeergarages. Twee bekende torens zijn de Tour Totem, een woongebouw met dure appartementen waarvan de structuur aan de buitenkant te zien is, en de Tour Crystal, een kantoorgebouw met spiegelglazen gevels waar afgesneden hoeken het gebouw de vorm van een kristal moeten geven. Sinds het begin van de 21e eeuw is de wijk achteruitgegaan. De torenflats zijn verouderd, de voetgangersplatforms en de voorzieningen zijn beschadigd. Renovatie en de bouw van het gigantische winkel- en vermaakcenrum Beaugrenelle moeten daar verandering in brengen.
5. Loop de brug over tot de overkant.
Rechts zie je achter de place Clément Ader een rond gebouw met aluminium panelen, het Maison de Radio France. Het is gebouwd in 1963 voor de Franse publieke omroep en de architect was Henry Bernard. Binnen zijn kantoren (er werken 3000 mensen), een groot aantal opnamestudio’s en een concertzaal. De toren in het midden van 29 etages bevat het archief. Het gebouw wordt gerenoveerd.
6. Ga vanaf de brug rechtdoor de rue de Boulainvilliers in en sla na het Maison de Radio France linksaf de rue La Fontaine in.
Op nr. 14 staat een beroemd appartementengebouw van architect Hector Guimard, het Castel Béranger, gebouwd in Art nouveau-stijl. Guimard wilde de structuur van een gebouw laten zien en versierde zijn huizen met slingers, bloemen en plantendecoraties. De bouw duurde vijf jaar, van 1895-1900, en dat is niet verwonderlijk als je alle versierselen aan de buitenkant van het huis ziet: behalve planten zie je ook katten, nijlpaarden en antieke maskers. Guimard gebruikte ook verschillende materialen, zoals baksteen, natuursteen, gietijzer en lavasteen.
7. Loop terug naar de kruising en volg de rue La Fontaine, die overgaat in de rue Raynouard.
Het huizenblok op rue Raynouard nr. 51-55 is in 1930 gebouwd door architect Auguste Perret (1874-1954). Hij was een van de eerste architecten die gewapend beton gebruikte. Vlak na het gebouw heb je een mooi uitzicht op de Eiffeltoren.
Op nr. 47 van de rue Raynouard is het Maison de Balzac, waar de Franse schrijver Honoré de Balzac (1799-1850) heeft gewoond en gewerkt. Het is het voormalige bijgebouw van zijn buitenhuis en heeft een mooie tuin. De achterkant van zijn huis komt uit op de rue Berton. Die achteruitgang gebruikte hij regelmatig om aan zijn schuldeisers te ontsnappen.
8. Loop iets terug en ga links de trap af. Ga aan het eind van de trap linksaf de rue Berton in.
Hier heerst een dorpse sfeer: muren met klimop, ruwe straatstenen en oude gaslantaarnhouders. Je zou haast vergeten dat je in Parijs bent. Hier grensden de dorpen Auteuil en Passy aan elkaar, die in 1860 bij Parijs werden gevoegd. Bij nr. 24 hangt nog een bord dat op een grenspaal wijst.
9. Loop de rue Berton uit tot aan de avenue Marcel Proust en sla die links in. Ga aan het eind rechtsaf en daarna de 1e links, tot aan de square Charles Dickens.
Hier staat op nr. 5 het musée du Vin. Het huist in de oude gangen van de kalksteengroeven die door de monniken van de abdij van Passy verbouwd werden tot gewelfde kelders. Je kunt er de geschiedenis van de wijnbouw bekijken. Er is een café-restaurant waar je wat kunt eten of drinken.
10. Sla rechts de rue des Eaux in.
De naam van de dit kleine trapstraatje verwijst naar twee ijzerhoudende bronnen die van het toenmalige dorp Passy vanaf de 18e eeuw een kuuroord maakten.
11. Loop de rue des Eaux uit, sla linksaf en ga via de trappen de Pont de Bir- Hakeim op.
Sinds 1949 heet de brug Bir-Hakeim, als herinnering aan de overwinning in de Tweede Wereldoorlog door Franse troepen in Libië in 1942. Vanaf het midden van de brug kun je via trappen op de Allée des Cygnes komen. De film Last Tango in Paris van Bertolucci werd hier voor een deel opgenomen.
Een eerste voetgangersbrug werd hier gebouwd in 1878, gedeeltelijk over de Allée des Cygnes. In 1905 werd hij vervangen door de huidige brug, die toen nog Viaduc de Passy heette, met onder een verkeersbrug en boven een treinviaduct. Onder het treinviaduct, dat rust op metalen zuilen, loopt een fietspad. Aan de zijkanten werden sculpturen gemaakt van gietijzer, waarvan enkele verloren gingen bij de versterking van de brug in de jaren veertig. Vier bas-reliëfs verbeelden de wetenschap, de arbeid, de elektriciteit en de handel.
12. Loop de brug over en ga links de quai Branly op tot aan het RER-station Champ de Mars-Tour Eiffel.