Afdrukinformatie
- Printen: Klik op de knop hieronder om de route uit te printen.
- PDF: Om deze route op te slaan als PDF, druk op de knop “Printen” hieronder. Bij het print venster, kies bij Bestemming voor “Opslaan als pdf”. Klik daarna op de knop “Opslaan” om de pagina op te slaan als pdf.
De volledige wandeling is ook hieronder uitgeschreven.
Natuurwandeling in de Marais
Begin: Metro St-Sébastien-Froissart
Eind: Metro St-Sébastien-Froissart
Afstand: 2,3 km
Duur: 1,5 uur
Laatste update: 3 november 2022
Overzicht
Route-informatie
1. Ga de boulevard Filles du Calvaire op in zuidelijke richting en sla rechtsaf, rue St-Claude.
De boulevards zijn aangelegd op de oude wal van Charles V. In 1665 verhuurde de stad Parijs de binnenste gracht aan tuinders op voorwaarde dat ze er alleen bloemen en kruiden mochten verbouwen. De gracht, die onderwater gezet kon worden, was daarvoor als riool gebruikt. De gracht lag op de plaats van een oude zijarm van de Seine die drooggevallen was, maar nog wel lange tijd last had van hoog water.
2. Sla linksaf de rue des Arquebusiers in, neem daarna rechtsaf de rue du Grand-Veneur.
De kleine klassieke tuin St-Gilles-Grand-Veneur ligt aan het einde van de passage. Er staan klim- en struikrozen met buxus eromheen, veldesdoorns en haagbeuken. Vanaf de bankjes heb je zicht op het Hôtel du Grand-Veneur.
3. Neem de rue de Hesse (waar een jonge valse christusdoorn staat) en ga rechtsaf de rue Villehardouin in. Aan het eind ga je linksaf de rue de Turenne in, die je volgt tot nr. 41.
Achter een groen hek staat de Fontaine de Joyeuse of Fontaine de Turenne uit 1847. De grot is versierd met waterplanten (lisdodde en breedbladig pijlkruid) en dieren (zwanen, reigers, duiven, kikkers en slangen).
4. Sla rechtsaf de rue du Parc-Royal in, waar links de square Léopold-Achille ligt.
In deze aristocratische wijk was het Parc Royal de tuin van het koninklijk huis van de Tournelles, dat door een groot aantal koningen bewoond is. Vanaf de 14e eeuw ontstonden op het bouwland van de Marais langzaam maar zeker buitenhuizen en siertuinen van bemiddelde Parijzenaars. Die mooie herenhuizen met hun tuinen gaven aan de Marais het voorname karakter dat het nu nog steeds heeft.
Op het plein staan enkele originele soorten bomen. Behalve een indrukwekkende Kaukasische vleugelnoot staan rond de zandbak mahoniastruiken vlakbij het hek rechts. In het Grieks betekent de naam van deze struik ‘parfumplant’ vanwege de geurende bloemen. De bladeren doen denken aan die van hulst of steeneik. Naast de mahonia staat een judasboom, een niet veel voorkomende variëteit met witte bloemen. De bloemen bloeien in het voorjaar voordat de bladeren verschijnen. Aan de andere kant van het plein staat een prunus persica met een vreemde vorm. De takken komen bovenuit de kronkelige stam. In april is hij bedekt met dubbele roze bloemen. Er komen geen vruchten aan. Langs de muur staan twee balsempopulieren. Zij horen bij een groep populieren waarvan de knoppen bedekt zijn met geurige hars, waar mieren gek op zijn.
5. Loop de tuin uit en sla de rue de Sévigné in.
Je komt bij het Musée Carnavalet, een van de oudste monumenten van Parijs uit 1545. Op de binnenplaats van het museum op rue de Sévigné 23 staan in de zomer laurierbomen in potten, gesnoeid in bol- of kegelvorm. Het is een formele Franse tuin met prachtig gesnoeide buxushagen en stamrozen.
6. Sla rechtsaf de rue des Francs-Bourgeois in.
Op nr. 16 is de tuin van het museum verfraaid met buxusstruiken. Het ontwerp van deze tuin is geïnspireerd op de middeleeuwen en de renaissance.
7. Sla rechtsaf de rue Payenne in tot aan de square Georges-Cain.
Georges-Cain was een conservator van het musée Carnavalet tot 1914. De tuin wordt gebruikt als depot van het museum. Er zijn enkele overblijfselen te vinden van verdwenen monumenten die overwoekerd worden door klimop en wilde wingerd. Tussen deze oude stenen staan onderkanten van zuilen uit de Eglise des Bernardins (5e arr.), gemaakt van steen uit Parijse steengroeven. Aan het eind links is de oude orangerie te herkennen aan zijn vensterbogen. Rechts van het gebouw staat een vijgenboom van 6 m hoogte. Op het plein zie je verder een treurberk, een honingboom, een esdoorn en wat gewone linden.
8. Ga aan het eind van de rue Payenne linksaf de rue du Parc-Royal in, ga rechtdoor via de rue de la Perle en de rue des 4 Fils. Sla rechtsaf de rue Charlot in.
Achter het hek links bij nr. 3 zie je de ingang van de nu afgesloten straatje, de ruelle Sourdis uit 1626. Uit die tijd dateert ook nog de bestrating met een geul in het midden met aan de kanten een gedeelte voor voetgangers dat hen beschermde tegen de rijtuigen. Er staat ok een hemelboom, afkomstig uit China en in Europa voor het eerst in de 17e eeuw geïmporteerd. Hij kan zich in de kleinste spleetjes nestelen, is tevreden met arme grond en groeit razendsnel.
9. Neem de 1e straat rechts, de rue du Perche.
De binnenplaats op de hoek is beplant met platanen. Op nr. 9 groeit een magnolia met grote bloemen. De plant werd ontdekt in Louisiana en behoort tot een groep planten uit het tertiair waarvan de bloemen de eerste op aarde waren. Aan de andere kant van de rue Perche kun je de tuin bekijken van het Hôtel Salé ofwel het Musée Picasso. Alleen het lage deel is vrij toegankelijk. De omheining bestaat uit taxushagen. Een watertafel versiert het centrale gedeelte van de tuin.
10. Steek de rue Vieille du Temple over naar de rue des Coutures-Saint-Gervais.
De naam van deze straat is een verbastering van ‘Cultures-Saint-Gervais’, de oude landbouwfunctie van deze wijk. Aan het eind van de 9e eeuw werden de moerassen in de oude zijarm van de Seine weilanden en later bouwland. Het woord ‘marais’ duidt op de terreinen die met groenten en geurige planten waren beplant. Een aantal van deze marais werden aan het eind van de Middeleeuwen met fruitbomen beplant.
11. Steek de rue de Thorigny over naar de rue Sainte-Anastase, en sla daarna linksaf de rue de Turenne in. Ga de 2e straat rechts, de rue du Pont aux Choux. Aan het eind is metrostation St-Sébastien-Froissart.