Wandeling Saint-Germain-des-Prés
begin:
einde: het standbeeld van Henri IV op de square du Vert Galant, halverwege de Pont Neuf, metro Pont-Neuf
afstand: 3,5 km
duur: 2 uur
Wandeling Saint-Germain-des-Prés weergeven op een grotere kaart
Loop van de square du Vert Galant de Pont Neuf af naar de linkeroever. Steek aan het eind van de brug de quai de Conti over, en ga schuin rechts onder een arcade door de rue de Nevers in.
Dit is een 13e-eeuws straatje dat doodloopt tegen een stuk van de stadsmuur van Philippe-Auguste uit de 13e eeuw.
Sla linksaf de rue de Nesle in en rechtsaf de rue Dauphine in. Ga de 2e rechts, de Passage Dauphine. Loop die in tot aan de rue Mazarine.
In de vredige passage Dauphine (met kinderkopjes, niet overdekt) is een kleine theesalon, l’Heure Gourmande, met een paar tafeltjes buiten. Er staan mooie vijgenbomen die het hier goed doen. De rue Mazarine is een smalle straat met kleine kunstgaleries.
Sla linksaf de rue Mazarine in en volg die tot aan het Carrefour de Buci. Ga de 2e straat links in, de rue Saint-André des Arts. Sla gelijk weer rechtsaf naar de Cour du Commerce Saint-André.
Dit is een mooi binnenstraatje uit 1776 dat nog de sfeer uit die tijd ademt. Hier vind je de achterkant van café le Procope, het oudste café van Parijs en stamkroeg van de aanstichters van de Franse Revolutie. Op nr. 1 woonde Danton, de drukkerij van Marat was op nr. 8 en op nr. 9 woonde ooit dr. Guillotin, die hier de guillotine uitvond waarmee zoveel Fransen werden onthoofd tijdens de Revolutie. Bij nr. 4 kun je door een raam de resten van een toren uit de muur van Philippe-Auguste zien.
Tegenover de achterkant van café Le Procope is een doorgang naar de Cour de Rohan, drie landelijke binnenplaatsen uit de 14e eeuw. Het hek kan op slot zijn, want het is privéterrein. De naam Cour de Rohan is een verbastering van Rouen, omdat de bisschoppen van Rouen hier hun onderkomen hadden. Koning Henri II liet hierin 1550 een paar pandjes bouwen voor zijn maitresse Diane de Poitiers (o.a. in de middelste binnenplaats). Daar kun je ook een oude pas-de-mule te zien, een gietijzeren opstapje om op je paard of muilezel te klimmen. Resten van de muur van Philippe-Auguste zijn nog te zien bij de nummers 3-7. In het derde hofje is in 1835 componist Camille Saint-Saëns geboren.
(Is het hek naar de Cour de Rohan gesloten, loop dan de Cour du Commerce Saint-André uit. Sla rechtsaf de boulevard Saint-Germain in en vervolgens rechts naar de rue de l’Ancienne Comédie en links de rue de Buci in. Volg de beschrijving hieronder vanaf ‘Steek de rue de Seine over’.)
Als je de drie binnenplaatsen doorgelopen bent, kom je in de rue Jardinet. Loop die uit en ga aan het eind twee keer achter elkaar rechtsaf. Je bent nu op de boulevard Saint-Germain. Ga rechtsaf de rue de l’Ancienne Comédie in en daarna linksaf de rue de Buci in.
Steek de rue de Seine over en houd links aan tot je op de boulevard Saint-Germain komt. Loop door tot aan de Eglise Saint-Germain-des-Prés, aan je rechterhand.
De kerk Saint-Germain-des-Prés staat op de resten van een basiliek uit de 6e eeuw. In de tijd van Charles V (14e eeuw) werd de abdij uitgebreid, versterkt en omgeven door een gracht, die van water werd voorzien vanuit een kanaal dat liep waar nu de rue Bonaparte is. Ten tijde van de bouw was deze plek een weiland, vandaar de toevoeging ‘des-Prés’. Het is nu de oudste kerk van Parijs, gebouwd in allerlei stijlen en vele malen gerestaureerd: marmeren pilaren uit de merovingse periode, romaanse bogen en gothische gewelven. Er zijn 19e-eeuwse fresco’s te zien van Flandrin, een leerling van Ingres. In de kerk liggen verschillende beroemde personen begraven en de as van Descartes wordt er bewaard.
Het abdijcomplex besloeg een groot terrein, begrensd door de huidige rue Jacob, de rue de l’Echaude, de rue Gozlin en de rue Saint-Benoît. In de 17e eeuw werd de verdedigingsmuur vervangen door een eenvoudiger muur.
Langs de kerk aan de boulevard Saint-Germain is een parkje met een paar banken en een kinderspeelplaats. Aan de kop staat een geglazuurde stenen poort, gemaakt bij de Sèvres porseleinfabriek voor de Wereldtentoonstelling van 1900.
Ga rechts de rue Bonaparte in.
Aan je rechterhand, achter de kerk, is een klein park (square Laurent Prache) waar overblijfselen staan van de Chapelle de la Vierge van de abdij. Ook is hier een beeld te zien dat Picasso maakte van zijn minnares Dora Maar als eerbetoon aan schrijver en dichter Guillaume Appollinaire (1880-1918).
Loop vanuit de square Laurent Prache de rue de l’Abbaye in.
Op nr. 6 en 8 stond vroeger de Chapelle de la Vierge uit 1250, gebouwd door Pierre de Montreuil, die ook de Sainte-Chapelle ontwierp. De kapel werd tijdens de Franse Revolutie gebruikt als gevangenis en werd later verwoest doordat een kruitarsenaal ernaast ontplofte. Iets verderop staat aan de andere kant van de straat het Palais Abbatial, gebouwd voor kardinaal Charles de Bourbon in 1586 en een eeuw later vernieuwd door kardinaal de Furstemberg. Het is, na de kerk, het enige overblijfsel van het omvangrijke kloostercomplex. Bijzonder is het gebruik van rode baksteen en natuursteen.
Sla linksaf de rue de Furstemberg in.
Het straatje is genoemd naar kardinaal de Furstemberg, die hiermee in 1699 een doorgang kreeg van de kerk naar zijn huis aan de rue Jacob. Op nr. 6 heeft schilder Eugène Delacroix van 1857-1863 gewoond en gewerkt. Het is nu het musée Eugène Delacroix. In het midden van de straat staan mooie Pauwlonia-bomen, die in het voorjaar bloeien met paarsblauwe bloemen.
Sla rechtsaf de rue Jacob in, ga aan het eind links de rue de Seine in en vlak daarna rechts de rue Jacques-Callot in.
Deze straat werd in 1912 aangelegd op de plaats van de passage du Pont-Neuf, een overdekte doorgang naar de Pont Neuf vanaf de rue de Seine. Hier staat op de hoek café Palette, van oudsher een kunstenaarscafé door de nabijheid van de Ecole des Beaux Arts, de kunstacademie. In de jaren 20 van de vorige eeuw kwamen hier veel schilders en schrijvers en in de jaren 60 was het een populair café van de Nederlandse kunstkolonie. Binnen is alles donkerbruin geschilderd. Er hangen boven de bar een aantal met verf besmeurde paletten. De ruimte achter de bar (met oude spiegels) werd ooit gebruikt als een biljartkamer.
Loop terug naar de rue de Seine en sla rechtsaf, ga daarna de 1e links, de rue Visconti.
In de zestiende eeuw werd deze smalle, rustige straat ‘la petite Genève’ genoemd, omdat er veel hugenoten woonden die aan de Bartholomeusnacht waren ontsnapt. Hier hebben veel beroemde Fransen gewoond. Toneelschrijver Jean Racine woonde bijvoorbeeld op nr. 24, op nr. 20 schrijver Prosper Mérimée, op nr. 17-19 eerst schrijver Honoré de Balzac en later schilder Eugène Delacroix. Hij maakte hier schilderijen van onder andere George Sand en Chopin.
Ga rechts de rue Bonaparte in en loop door tot de rue des Beaux-Arts aan je rechterhand.
Tegenover je ligt de École des Beaux Arts, gevestigd in een gedeelte van een voormalig klooster. Je kunt de binnenplaats bezoeken tussen 9 en 5 uur, soms ook het gebouw als er een tentoonstelling is. De binnenplaats is mooi, met een fontein, maar het gebouw ziet er verweerd uit.
Loop door de rue des Beaux Arts en ga aan het eind linksaf, de rue de Seine in.
Op nr. 31 van de rue des Beaux-Arts woonde ooit George Sand en in het hotel op nr. 13 stierf in 1900 Oscar Wilde. Op nr. 10 woonde schrijver Prosper Mérimée en later schilder Corot. Tussen de nummers 2 en 10 van de rue de Seine stond een prachtig herenhuis met daaromheen een terrein van 16 hectare, begin 1600 gebouwd in opdracht van Marguérite de Valois oftewel la reine Margot, echtgenote van koning Henri IV. De ingang van het huis lag bij het huidige nr. 6 van de rue de Seine. De koningin liet een grote tuin aanleggen, waarvan twee lanen nu de rue de l’Université en de rue de Lille vormen (in het 7e arrondissement). Na haar dood in 1615 werden huis en terrein verkocht en opnieuw bebouwd. De kapel met koepel bleef bewaard en maakt nu onderdeel uit van de Ecole des Beaux-Arts. Op nr. 6 is sinds 1938 het beroemde fotoagentschap Roger-Viollet gevestigd.
Loop de rue de Seine uit tot aan de square Gabriel-Perné aan je rechterhand.
In dit parkje staan twee mooie stenen bankjes in de vorm van een opengeslagen boek. In het voorjaar bloeien de prunussen.
Loop verder tot aan de quai Malaquais, steek de straat over en bekijk de gebouwen met je rug naar de Seine.
Voor je staat het Institut de France. Het werd in 1663 als Collège des Quatres Nations gesticht door kardinaal Mazarin, die twee miljoen pond naliet voor de bouw van een school voor 60 scholieren uit pas verworven gebiedsdelen. Sinds 1805 biedt het gebouw onderdak aan de vijf Académies: de Académie Française, de Académie des Sciences, de Académie des Sciences Morales et Politiques, de Académie des Belles-Lettres en de Académie des Beaux Arts. Tot 1660 stond ter hoogte van de linkervleugel van het Institut de France een verdedigingstoren van 25 m hoog, de Tour de Nesle, gebouwd in de 13e eeuw als tegenhanger van de toren van het Louvre aan de overkant van de Seine. De toren was onderdeel van de muur van Philippe-Auguste. Eraan vast werd in dezelfde eeuw een hôtel gebouwd, het Hôtel de Nesle. Op een bord is te zien waar de toren precies lag. Links van het Institut de France, achter de bomen, staat het Hôtel des Monnaies, vroeger de munt van Frankrijk, gesticht door Lodewijk XV. Het is nu een museum.
Loop langs de Seine naar de Pont des Arts, tegenover het Institut de France.
De Pont des Arts is een voetgangersbrug, gebouwd in 1804 als toegang naar het Louvre. Tot 1848 moest je betalen om eroverheen te lopen. Vanaf de brug heb je een prachtig uitzicht op het Ile de la Cité en het Louvre. Vele schilders hebben dit tafereel geschilderd en vele zangers hebben de Pont des Arts bezongen. Verliefde stelletjes steken als symbool van hun liefde een slotje met hun naam erop door het hek van de brug en gooien de sleutel in de Seine.
Loop terug naar de quai de Conti en ga linksaf tot aan de Pont Neuf en de square du Vert Galant.
Als je even wilt uitrusten, ga dan de trap af naar de punt van het Ile de la Cité. In het parkje staan banken vanwaar je een mooi uitzicht hebt op de Seine.
Wandeling langs de Seine:
van Pont de la Concorde tot Pont Neuf
Deze wandeling loopt door het 1e, 6e en 7e arrondissement
begin: metro Concorde
eind: metro Pont Neuf
afstand: 4 km
duur: 1,5-2 uur
Wandeling langs de Seine: van Pont de la Concorde tot Pont Neuf weergeven op een grotere kaart.
De achthoekige place de la Concorde is een immens plein vol verkeer. Het is haast onmogelijk over te steken, maar je kunt er ook omheen lopen. Het plein is een prachtig punt met indrukwekkende gebouwen eromheen. De Champs-Elysées komt erop uit aan de westkant, aan de andere kant ligt de Jardin des Tuileries met het Jeu de Paume en de Orangerie. Aan de noordkant staan twee prachtige gebouwen, het peperdure Hôtel Crillon en het ministerie van Marine, beide gebouwd door architect Gabriel. Ten zuiden van het plein stroomt de Seine met de Pont de la Concorde.
Het plein werd aangelegd in 1775 als place Louis-XV, maar in 1792 werd het standbeeld van die koning neergehaald en werd het plein herdoopt in place de la Révolution. Een jaar later werd er een guillotine opgesteld en binnen korte tijd werden hier ruim 1300 mensen een kopje kleiner gemaakt.
Na de Revolutie werd het plein place de la Concorde (plein van de Eendracht) genoemd. In het midden verrees een obelisk uit Luxor, een geschenk van Egypte. In de acht hoeken van het plein staan beelden van de Franse steden Brest, Rouen, Lille, Straatsburg, Lyon, Marseille, Bordeaux en Nantes.
Steek de Seine over via de Pont de la Concorde, voor een deel gebouwd met stenen van de verwoeste Bastille.
Aan de overkant staat het palais Bourbon waarin de Assemblée nationale (ongeveer de Franse Tweede Kamer) is gevestigd. Dit gebouw werd in 1726 gebouwd voor een dochter van Lodewijk XIV en madame de Montespan. De tuinen liepen in terrassen tot aan de Seine. Later werd het vergroot en samengevoegd met het naastgelegen hôtel de Lassay, waar nu de voorzitter van de Assemblée woont. In 1806 liet Napoléon er een nieuwe voorgevel in zetten, die moest lijken op de Eglise de la Madeleine die er recht tegenover lag op de rechteroever. Het interieur is schitterend, maar niet vaak te bekijken.
Loop naar beneden naar de kade van de Seine in oostelijke richting.
Hier is in 2013 de autoweg op de Seinekade tussen de Pont Royal en de Pont de l’Alma afgesloten en veranderd in een wandelpromenade met allerlei vermaak: wandelen, spelletjes spelen, picknicken, de drijvende tuinen inlopen of zelf muziek maken. Je kunt wat eten en drinken op een van de terrassen of iets te eten halen en langs de Seine opeten, zittend op de houten Mikado-banken, die een beetje op Kaplablokken lijken. Onder de Pont de la Concorde kun je je eigen muziekinstrument via Bluetooth inpluggen en gaan spelen. Vijf verschillende groene drijvende eilandjes met planten en bloemen zijn met elkaar verbonden door houten paden en op elk eiland staat ander meubilair om op te zitten.
Ga via de voetgangersbrug Passerelle Senghor naar de rechteroever en volg de quai des Tuileries.
De brug is genoemd naar de eerste president van Senegal. Vanaf de bankjes op de brug heb je mooi uitzicht op de Jardin des Tuileries. Het is het oudste en grootste park van Parijs, aangelegd in 1564 op initiatief van Catherine de Medicis als besloten tuin bij haar Tuileries-paleis. Tot dan toe stonden er dakpannenbakkerijen (tuileries). Honderd jaar later maakte Le Nôtre er een open tuin van en tussen 1991 en 1996 is de tuin helemaal gerenoveerd. Het is een echte slentertuin, veel bomen, bloemperken en gazons met daartussen terrassen, beelden, vijvers en bankjes. Je kunt op verschillende plekken iets eten of drinken.
Steek via de volgende brug, de Pont Royal uit 1689, de Seine over en sla linksaf de quai Voltaire in.
Aan je rechterhand staat het musée d’Orsay, het voormalige Gare d’Orsay. Het station werd in 1900 geopend voor de Wereldtentoonstelling. Het heeft slechts kort dienst gedaan als station, want vanaf 1939 bleken de perrons al te kort voor de nieuwe lange treinen. Sinds 1986 is het een museum voor kunst uit de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw.
De quai Voltaire heeft veel mooie herenhuizen uit de 17e en 18e eeuw. Op nr. 27 heeft schrijver en filosoof Voltaire in 1778 de laatste maanden van zijn leven gewoond in het huis van zijn vriend de Marquis de la Villette. Deze markies zorgde er later voor dat de kade quai Voltaire is gaan heten. Toen de overblijfselen van Voltaire in 1791 naar het Panthéon vervoerd werden, waren 500.000 rouwende Parijzenaars op de been.
Loop de quai Voltaire verder af en steek de Seine over via de Pont du Carrousel.
De brug is versierd met vier beelden op de hoeken die de welvaart, de industrie, de Seine en de stad Parijs voorstellen. Ook staan er straatlantaarns die vroeger tot 22 m hoog konden worden uitgeschoven. Je loopt aan tegen de Arc de Triomphe du Carrousel, gebouwd in opdracht van Napoléon I in 1805 om zijn overwinningen te vieren. De beeldengroep met de godin van de Vrede staat er sinds 1828 op.
Rechts staat het Louvre, ooit een middeleeuws fort voor de Franse koningen en sinds 1793 een wereldberoemd museum voor kunst vanaf de prehistorie tot de 19e eeuw. Tot in de 19e eeuw stond hier het Palais de Tuileries met uitzicht op de Jardin des Tuileries. Het brandde af in 1870 en werd in 1887 afgebroken.
Vervolg de quai du Louvre en steek de Seine over via de voetgangersbrug, de Pont des Arts.
Vanaf hier kun je mooie foto’s maken van het Ile de la Cité en genieten van het uitzicht over de Seine. Hier wordt door Parijzenaars bij mooi weer druk gepicknickt. Let op de slotjes die verliefde stelletjes hier aan de brug vastmaakten.
Als je teruggaat loop je tegen het Institut de France aan. Het werd in 1795 opgericht en omvat vijf académies, waaronder de beroemde Académie française. Het gebouw werd in 1661 gebouwd op verzoek van kardinaal Mazarin. Het is opgetrokken in barokstijl en heeft een mooie koepel, waaronder het mausoleum van kardinaal Mazarin staat. Hier houden de leden van de Académies hun bijeenkomsten.
Een stukje verderop staat het neoklassieke Hôtel des Monnaies (de Munt) uit de 18e eeuw, een gebouw van 117 meter lengte. Hier worden alleen nog medailles en herinneringsmunten geslagen. In het gebouw huist ook een museum.
Sla linksaf de quai de Conti op. Steek de Seine over via de Pont Neuf, de oudste brug van Parijs, gebouwd in 1603 tijdens de regeerperiode van Henri IV.
De brug loopt over de uiterste westpunt van het Ile de la Cité. Links staat een standbeeld van Henri IV en daarachter ligt een romantisch parkje, de square du Vert-Galant. Vanaf de punt van dit park heb je een geweldig uitzicht over de Seine en de Pont des Arts, de Pont du Carrousel en de Pont Royal. Het park en de kaden zijn geliefde picknickplaatsen.
Loop vanaf het standbeeld rechts via de rue R.H. Robert naar de place Dauphine.
Het plein is genoemd naar kroonprins (‘dauphin’) Louis XIII in de 17e eeuw en aangelegd naar een idee van Henri IV. Dit is een rustig driehoekig plein met in het midden bankjes. De kastanjebomen die hier stonden zijn in 2009 gekapt omdat ze waren aangetast door de kastanjeziekte. Maar er staan nu 25 nieuwe rode kastanjes. Er zijn nog maar enkele oorspronkelijke gevels (nr. 14 en 26), de rest is van later datum. Op dit plein woonden ooit zanger/acteur Yves Montand en actrice Simone Signoret.
Loop terug naar de Pont Neuf en loop de brug af tot metrostation Pont Neuf.