Er zijn zo’n 150 grote en kleine musea in Parijs, waarvan 14 gemeentelijke en ongeveer 20 nationale. De overige zijn particuliere musea. Zoek je een bepaald museum, dan kun je kiezen uit een alfabetische lijst of een lijst per arrondissement.
Geschiedenis van musea in Parijs
Tot aan het eind van de 19e eeuw had Parijs maar één museum: het Louvre, een nationaal museum. De rest van de kunstwerken van de stad waren opgeslagen in depots of bijvoorbeeld in het Hôtel de Ville. Wel ontstond in 1880 het Musée Carnavalet, omdat men behoefte kreeg aan een museum over de geschiedenis van Parijs. Dat was het eerste stedelijke museum.
Voor de wereldtentoonstelling in 1900 bouwde men het Petit Palais, speciaal om de kunstcollectie van de stad aan de bevolking kunnen tonen. Dat werd het tweede stedelijke museum. Na 1900 lieten veel kunstverzamelaars na hun dood hun verzamelingen na om ze ten toon te stellen in het Petit Palais of in een eigen ruimte. Henri Cernuschi liet bijvoorbeeld zijn hele collectie Japanse en Chinese kunst aan de stad na, inclusief een gebouw: het Musée Cernuschi. In 1927 kreeg men door een nalatenschap het voormalige huis van schrijver Victor Hugo in bezit (Maison de Victor Hugo) en in 1929 de collectie kunstwerken uit de 18e eeuw van Ernest Cognacq (Musée Cognacq-Jay).
Voor de moderne kunst stichtte de stad het Musée d’art Moderne national in 1947, het latere Musée d’art moderne de la Ville de Paris. Het aantal gemeentelijke musea groeide. In 1949 kwam bijvoorbeeld het huis van schrijver Honoré de Balzac in het bezit van de stad (Maison de Balzac), daarna volgden onder meer het Musée de la Vie Romantique en de ateliers en kunstwerken van de beeldhouwers Bourdelle en Zadkine (Musée Bourdelle en Musée Zadkine). In 1985 ging de costuumcollectie van het Musée Carnavalet over naar een apart modemuseum, het Musée Galliera.
Gemeentelijke musea gratis in Parijs
In de gemeentelijke musea (met een sterretje ervoor) is toegang tot de permanente collectie voor iedereen gratis. Wel moet je een gratis kaartje halen bij de balie. Uitzonderingen zijn Les Catacombes de Paris, de Crypte Archéologique du parvis Notre-Dame en het musée Galliéra. Is er echter een tentoonstelling in een gemeentelijk museum, dan moet je daarvoor wel een kaartje kopen.
Op de website parismusees.paris.fr vind je alle 14 gemeentelijke musea bij elkaar.
In veel nationale musea is de toegang gratis op de eerste zondag van de maand. Let op: dit geldt niet voor het Louvre en het Palais de Versailles van april t/m september. Bovendien kunnen personen onder 26 jaar de meeste nationale musea gratis bezoeken (pdf).
Openingstijden musea
Raadpleeg voor de zekerheid altijd de officiële websites van de musea voor de openingstijden. Die veranderen nogal eens en ook zijn kleinere musea soms enkele weken gesloten om een nieuwe tentoonstelling in te richten. Veel musea zijn gesloten op 1 januari, 1 mei en 25 december. Kijk voor details op de lijst met wekelijkse sluitingsdagen en van musea die op feestdagen gesloten zijn. Steeds meer musea zijn een avond in de week open.
Wil je de collecties van de Parijse musea eens rustig kunnen bekijken en niet lang in de rij staan voor een kaartje? Of heb je zin om juist in de avond cultuur te snuiven? Meer dan 20 Parijse musea zijn op een of meer doordeweekse avonden tot 9 of 10 uur open, ook als je er een tentoonstelling wilt zien.
In een aantal van die musea kun je ook eerst eten in het restaurant in of bij het museum voordat je de collectie of de tentoonstelling bekijkt.
Bekijk de lijst (pdf)
Op de websites van de musea vind je ook alle informatie over bijvoorbeeld entreeprijzen, toegang voor gehandicapten en kortingen voor studenten en kinderen. Korting voor ouderen bestaat in Parijs niet. De kaartverkoop stopt meestal een half uur of drie kwartier voor sluitingstijd. Voor sommige tentoonstellingen moet je van tevoren een afgebakende tijd reserveren. Sommige musea zijn gesloten voor een verbouwing.
Toegankelijkheid musea in Parijs
Bij musea die toegankelijk zijn voor gehandicapten staat een of meer van deze logo’s:
toegankelijk voor motorisch gehandicapten
aangepast aan auditief gehandicapten
aangepast aan visueel gehandicapten
Museum Pass of niet?
Met de Paris Museum Pass kun je gedurende 2, 4 of 6 opeenvolgende dagen de permanente collecties van meer dan zestig musea en monumenten in en rond Parijs bezoeken. Het voordeel is dat je soms niet in de rij hoeft te staan. Maar bij bijvoorbeeld de torens van Notre Dame, de Catacomben, de Sainte-Chapelle en Versailles geldt dat niet.
De kaart kost respectievelijk 42, 56 en 69 euro en is te koop bij de aangesloten musea en de kantoren van het Office de Tourisme in Parijs. Ook kun je hem op internet bestellen. De pas gaat in op de eerste dag van gebruik.
Bedenk wel even hoeveel musea je in een paar dagen aankunt… Ga je maar één keer per dag naar en museum, dan is de pas te duur. Ben je van plan twee of meer keren per dag een museum te bezoeken, dan is de Museum Pass een voordelige keus. Let op: lang niet alle musea accepteren de Museum Pass. Er is geen Museum Pass voor kinderen, want die hebben al gratis toegang tot de musea.
Kijk hier voor een lijst van de musea en monumenten (ook in het Engels) die meedoen aan de Museum Pass.