Hieronder vind je achtergrondinformatie over de Seine.
Meer info over varen over de Seine vind je hier.
Weet jij dit allemaal al over de Seine?
Geschiedenis en achtergrondinfo over de Seine
Wie heeft niet langs de kaden van de Seine geslenterd, gevaren op het water of over de bruggen gelopen? De Seine is het hart van Parijs. Het licht op het water, de bruggen, de twee eilanden en de historische gebouwen langs de oever vormen een uniek stadsgezicht. Het gedeelte van de Seine en de kaden tussen de Pont de Sully en de Pont d’Iéna is door Unesco tot werelderfgoed verklaard.
De rivier verdeelt Parijs in twee delen: de rive gauche (linkeroever), waar het artistieke en wetenschappelijke leven tot uiting komt en de rive droite (rechteroever), de meer chique en commerciële kant van Parijs.
Lutetia
Rond 250 v. Chr. ontstond Parijs op het Ile de la Cité, middenin de Seine. Daar verrezen de eerste nederzettingen van de Parisii, de inwoners van wat de Romeinen rond 50 v. Chr. Lutetia gingen noemen.In die tijd al werd de rivier druk bevaren en werden de eerste bruggen gebouwd.
Marchands d’eau
In de 12e eeuw kregen de ‘marchands d’eau’ (de waterverkopers) van koning Lodewijk II het alleenrecht voor handel op de Seine. Zij mochten toezicht uitoefenen op alle vracht die per schip Parijs in- en uitging. De belangrijkst haven lag bij de place de Grève, het plein voor het huidige Hôtel de Ville, waar de boten aanlegden om te laden en te lossen: hout, voedsel, bouwmateriaal, graan, wijn. Ook de visvangst was een belangrijk middel van bestaan. Rond de 12e eeuw ontstond het stadwapen van Parijs en de leus ‘fluctuat nec mergitur’ (het wordt heen en weer geslingerd door de golven maar zinkt niet).
Langs de kant van de Seine
Tot de 14e eeuw had de Seine geen kaden. De oevers liepen langzaam af naar het water en stadinwaarts lag het jaagpad, op enkeleplaatsen onderbroken door havens. Ook stonden er molens langs de rivier en in wasplaatsen deden vrouwen de was. Al het vuil van de stad kwam in de rivier terecht, wat met grote regelmaat ziekten en epidemieën tot gevolg had. Toch waren er vanaf het eind van de 17e eeuw Parijzenaars die met plezier een koud bad namen in het Seinewater.
Hausmann
In de 19e eeuw werd het verval van de Seine gereguleerd en langzaam maar zeker verschenen 6 m hoge muren langs de rivier om te verhinderen dat bij hoog water de stad overstroomde. In de 19e eeuw werd zelfs een mobiele stuwdam aangelegd bij het Ile de la Cité om de waterstand op peil te houden. Veel havenactiviteiten verdwenen van de kaden en stadsplanner Hausmann liet er bomen op planten om zo wandelpromenades te maken waar de Parijzenaars konden flaneren. Er werden in de 19e eeuw 15 bruggen gebouwd omdat de oude het groeiende verkeer niet meer aan konden en om een verbinding te leggen tussen de nieuwe boulevards die Hausmann liet aanleggen.
Havens van de Seine
De havens verloren steeds meer hun functie door het verschijnen van treinen en stations en verplaatsten zich verder naar het oosten en westen. Speciale ‘bateaux-lavoirs’, boten met wasfaciliteiten erop, lagen sinds 1850 langs de kanten van de rechteroever, die daar het geschiktst voor was. Zij deden dienst tot de jaren 30 van de 20e eeuw, toen Parijs stromend water kreeg. Aan het eind van de 19e eeuw verschenen langs de kaden de bouquinistes, de groene boekenstalletjes met oude boeken en platen, waarvan er nu ongeveer 250 zijn.
De kaden van de Seine
In januari 1910 steeg het waterniveau van de Seine tot 8,6 meter en overstroomde een groot deel van Parijs. Het hoge water duurde acht dagen en pas na twee maanden was de rivier weer terug op de oude waterstand, maar toen had de stad al miljoenenschade opgelopen. In de loop van de 20e eeuw werden de kaden steeds meer gebruikt als parkeerplaatsen ofstortplaatsen voor oude auto’s. In de jaren zestig van de 20e eeuw werd een snelweg aangelegd langs de rechteroever en ook aan de linkeroever werd 2 km kade opgeofferd voor het autoverkeer. In de jaren tachtig begon men echter te betwijfelen of de autowegen op de kaden wel zo’n goed idee waren. Sinds die tijd worden ze weer ingericht als promenades en wordt het verkeer een halt toegeroepen.
Nu is van de 30 km kade een derde alleen bestemd voor voetgangers. Je kunt er weer flaneren, zonnen of op een bankje van het uitzicht genieten. Tussen het musée d’Orsay en het musée du Quai Branly zijn de Seine-oevers in 2013 afgesloten voor autoverkeer en ingericht voor voetgangers en fietsers. En aan de rechteroever is er elk jaar in juli en augustus een strand, Paris Plages. Zand en palmen worden aangevoerd, het verkeer wordt omgeleid, beachvolleybalvelden aangelegd, bars geopend. Wie hier vakantie wil vieren, heeft een hele badplaats tot zijn beschikking.
Van vuil naar schoon
In het begin van de 20e eeuw bleek de Seine al flink vervuild en in 1923 kwam er een verbod om in de Seine te zwemmen. Hoewel de waterkwaliteit van de rivier nu sterk is verbeterd, is zwemmen nog steeds verboden. Wel worden er meer soorten vogels en vissen in de Seine gezien en komen er steeds meer waterplanten. Vijftig jaar geleden waren er nog maar 4 of 5 soorten vissen over, nu zijn het er 30, waaronder voorn, zeelt, forel, rivierbaars en paling. Er is zelfs al zalm gesignaleerd. Het scheepvaartverkeer op de Seine bestaat tegenwoordig uit vrachtboten (péniches), rondvaartboten (bateaux-mouches) en de Batobus (een lijndienst die langs acht stopplaatsen vaart).
Afmetingen van de Seine
De Seine stroomt voor 12,7 km door Parijs tussen de bruggen van de Périphérique. Op z’n breedst is hij 200 m bij de Pont de Grenelle, op z’n smalst 85 m bij de Passerelle Senghor, en zijn diepte is 3,4-5,7 m. Vanwege het verval van 275 m3 per seconde is in de loop der tijd een groot aantal stuwdammen en sluizen gebouwd ten oosten en westen van de stad.
Kanalen
Net voor de Pont d’Austerlitz begint de toegang tot het Canal Saint-Martin en het Canal de l’Ourq. Het Canal Saint-Martin vormt de verbinding tussen de Seine en het Bassin de la Villette in het noordoosten van Parijs. Het is 4,5 km lang, waarvan 2 kmondergronds loopt. Het kanaal is in 1825 in opdracht van Napoléon gegraven om Parijs van water te voorzien en de grote westelijke bocht van de Seine af te snijden. Sinds de jaren zestig van de 20e eeuw is er weinig scheepvaartverkeer meer en is het gebied aantrekkelijk geworden voor toeristen. Vanwege het verval van 25 m liggen er 9 sluizen in het kanaal en twee draaibruggen. Langs de verweerde kaden staan oude kastanjebomen en acht ijzeren voetbruggetjes overspannen het kanaal. Een tocht met een rondvaartboot in de romantische omgeving van het Canal is een aanrader.
Het Canal de l’Ourq is het vervolg op het Canal Saint-Martin. Ook dit kanaal werd (in 1808) gegraven om Parijs van water te voorzien. Daartoe werd de rivier de l’Ourq voor een groot gedeelte gekanaliseerd en omgelegd naar het Bassin de la Villette, waar het water in een reservoir terechtkwam.
Wandelen langs de Seine
Je kunt een wandeling maken langs de Seine op verschillende plaatsen. Zie bijvoorbeeld de wandelingen Van Pont de la Concorde naar Pont Neuf (1e, 6e en 7e arrondissement) en Van Pont Neuf naar Pont d’Austerlitz (1e, 4e en 5e arrondissement). Verder kun je vanaf Jardin Tino Rossi een wandeling maken helemaal langs de kaden tot aan de Eiffeltoren of andersom, steeds langs de Seine.